woensdag 18 december 2013

Verwerkingsopdracht blok 4, Vallen (opdracht 2)

Hij duwde me met een kleine beweging van zich af.
'Dat was ik ook, totdat jij Caitlin ermee ging bemoeien.'
'Maar Lucas, snap het nou, ik weet dat je haar aardig vind, en misschien ook wel meer dan dat. Maar ze was wel een tegenbetoger en dat spelletje dat ze met me gespeeld heeft, was ook wel laf. Alles bij elkaar is ze precies voor het tegenovergestelde van wat wij net gedaan hebben en ik denk dat ze het ook niet leuk vindt als je het haar vertelt.'
'Nou en, dat zal ze me vast wel vergeven. Maar als jij nu opeens een plan tegen haar op gaat zetten en ik doe daar aan mee, dan zal ze me niet vergeven.'
'Dus dan stop je uiteindelijk wel met ons samen te werken, ik denk dat Alex dat niet zo leuk zal gaan vinden.'
'Ja, inderdaad, ik stop en hoor niet meer bij jullie! Sterker nog, ik ga Caitlin verdedigen!'
Hij was zo rustig, zoals altijd. En al doe ik niet met hem mee, dan zou hij vanzelf achter haar grote zwakke plek komen. Hij zou er vast wel wat ergs mee kunnen doen als hij wist dat ze Joods was. Hij zal waarschijnlijk zelf zijn handen niet vuil maken aan haar, waarom zou hij ook, want hij heeft Alex om dat voor hem te doen.
Maar als ik dan zorg dat Alex niet met hem mee doet, dan moet hij het helemaal in zijn eentje doen. En of hij dan nog zo'n erg plan uitvoert, betwijfel ik. Benoît kennende zal hij wel een ander vinden, maar tot die tijd zou Caitlin veilig zijn.
In de verte hoorde ik al sirenes aankomen en ik zag Benoît een moment twijfelen, toen rende hij weg en schreeuwde naar me: 'Hier zal ik het niet bij laten, Lucas, en je zal spijt krijgen dat je ons verraadde!'
Ik rende ook snel weg naar huis, ik moest even nadenken.

Eenmaal thuis bedacht ik een plan en ging toen naar Caitlin. Onderweg moest ik wel de politie ontwijken die bij de pastorie stonden en daar omheen op zoek waren naar bewijzen en mensen aanhielden op zoek naar getuigen. Eenmaal bij Caitlin aangekomen, deed ik alsof er niets aan de hand was tegen haar moeder en toen we alleen op haar kamer waren, barstte ik los. Ik vertelde over wat er gebeurd was en over wat Benoît gezegd had.
'oké Lucas, ik vergeef je van die cocktails, maar wat nu?', vroeg ze toen ze alles gehoord had en alles op haar in had laten werken.
'Ik heb al een plan bedacht om hier in ieder geval tot het einde van de vakantie zonder kleerscheuren te overleven: Omdat wij hier allebei op vakantie zijn, zijn we hier nog maar een week. Als ik Benoît nou wijsmaak dat we hier nog 3 weken (de rest van de vakantie) zijn, dan zal hij waarschijnlijk de tijd nemen met zijn plan en dan gaan wij weg na één week. Als ik bovendien Alex aan onze kant weet te krijgen, kan hij jou ook helpen beschermen tegen Benoît, mocht hij toch een of ander plan uit willen voeren.'
'Ik vind het een goed plan, Lucas, ik ben het alleen met één ding niet eens. Misschien moeten we Alex er maar buiten laten, stel dat je hem niet kan overtuigen en hij zegt alles tegen Benoît zegt. Dan weet je zeker dat hij nog iets gaat verzinnen voor het einde van de week.'
'Daar heb je inderdaad wel gelijk in, helaas. Maar ik heb nog een probleem, de politie zit nu natuurlijk wel achter me aan, na dat incidentje bij de pastorie.'
'Maak je daar maar geen zorgen om, daar zorg ik wel voor', zei ze met een soort gemene grijns.

En Caitlin had gelijk, want twee dagen later werd Benoît opgepakt. Hij werd beschuldigd voor het gooien van cocktails op de pastorie. Als bewijs had de politie een petje met Benoits haren eraan gevonden langs de weg.
Toen er die dag een persconferentie werd gegeven door de politie waren Caitlin en ik daar ook bij. Toen ze het petje lieten zien, kon ik mijn ogen niet geloven. Ze hadden daar mijn pet vast!
'Hoe komen ze daaraan en waarom denken ze dat hij van Benoît is?', vroeg ik verbaasd aan Caitlin.
'De politie had een hoop spullen uit jullie busje op straat gegooid bij het onderzoek en toen ik langs kwam, herkende ik jouw pet. Ik nam hem mee omdat ik dacht dat je die nog wel terug zou willen, maar ik kon het natuurlijk ook als vals bewijs laten dienen door een paar haren van Benoît erin te doen.'
'Hoe je daar aan kwam wil ik niet eens weten, maar dankjewel, nu hoeven we ons niet meer voor Benoît te beschermen.'

Een paar dagen later gingen we veilig en wel naar huis, maar deze vakantie zouden we niet gauw vergeten!

dinsdag 12 november 2013

Verslag Het Gym (brief a)

Herwijnen, 12 november 2013

Beste Pieter,

Hoe gaat het met jou? Ik heb je weinig meer gezien dit jaar. Hoe gaat het bij jou op school?
Met mij gaat het goed en op school ook. Ik haal goede cijfers en heb veel nieuwe vrienden in mijn nieuwe klas. Wist je trouwens al dat ik in een nieuwe klas zit? In mijn oude klas bleven te veel mensen zitten en daarom werd onze klas opgedeeld.
Maar dat is niet de reden voor deze brief, eigenlijk schreef ik je omdat ik een goed boek gelezen heb. Het heet Het gym van Karin Amatmoekrim (moeilijke naam, hè).
In het kort gaat het over Sandra die als Surinamer naar het Gymnasium gaat.
Ik weet dat jij niet op het gymnasium zit, maar je komt wel uit een ander land. Jij komt dan uit Iran en niet Suriname, maar dat heeft hetzelfde effect als je naar een andere school gaat. Ook weet ik dat jij van lezen houdt, dus ik dacht dat jij het boek wel zou willen lezen.

Mocht je nog niet helemaal overtuigd zijn, heb je hier de samenvatting:
Sandra Spalburg is 13 jaar en woont in de Zeewijk in Beverwijk, dat is de wijk waar zeker niet de rijksten wonen en het stikt er van de turken. Als Sandra als enige uit de wijk naar het Stedelijk Gymnasium mag, komt ze in een heel ander wereld terecht, een wereld van kakkers, grote huizen en dure fietsen. Ze probeert zich zo goed mogelijk aan te passen, maar dat lukt niet altijd even goed. Ze krijgt echte kakkers als vriendinnen (Mirte, Nienke, Renske en Jojanneke) waar ze de gebruiken van het gymnasium (het gym) van leert. En ze heeft zowaar een minnaar, Dirk-Jan, een rasechte kakker. Maar natuurlijk moet één iemand haar het leven zuur maken, Bart Willink, die haar alleen pest omdat ze Surinaams is en in de Zeewijk woont.
Het boek speelt zich af in onze tijd.

Dus als je wilt weten hoe het afloopt met die minnaar en die jongen die Sandra pest. En als je wilt weten hoe zij de 'problemen' van het allochtoon zijn oplost, moet je dit boek zeker lezen!
Ik hoop dat je het wilt lezen en je kunt het altijd van mij lenen.

Met vriendelijke groet,
Timo Hobo

donderdag 10 oktober 2013

Verwerkingsopdracht bij blok 3 (Romeo en Julia), het happy end:

Romeo heeft gehoord dat zijn geliefde dood is en is nu op het kerkhof waar hij Paris tegenkwam...

'Ik arresteer je, zeg ik je', herhaalde Paris vastbesloten, terwijl hij zijn zwaard trok. Met een zucht trok ook Romeo zijn wapen en de eerste slagen galmden luguber over het kerkhof.
Vanachter een taxusboom schoot een schaduw weg: de page van Paris, die de nachtwacht ging waarschuwen.
Romeo vocht koelbloedig, hij had een doel en wilde het tot elke prijs bereiken. Hij matte zijn tegenstander af en na een schijnbeweging doorstak hij hem.
Hij voelde een vage droefheid toen hij bij de stervende Paris neerknielde. Deze man had ook van Julia gehouden.
'Doe ... doe het graf open en ... en leg me bij Julia', kreunde Paris.
'Dat beloof ik je', fluisterde Romeo. Hij keek toe hoe Paris stil stierf.
Toen brak hij de deur van de graftombe open en droeg Paris naar binnen.
In het licht van de toorts keek hij naar Julia. Mijn bruid, in de dood ben je even mooi als in het leven, dacht hij. Zelfs de dood is verliefd op jou, lieveling.
Voorzichtig legde hij Paris naast neef Tybalt neer. Mijn liefde heeft 3 mensen de dood in gejaagd, dacht hij. Nu is het mijn beurt, er is geen andere weg. Ik wil zijn waar Julia is. Eeuwige rust. Als de extase niet kan, dan maar dood. Samen.
Romeo wilde Julia voor de laatste keer kussen, maar wachtte even. Hoorde hij nou een kreun? Van Julia? Ach, het zal wel niets zijn, dacht hij, ik wil zo graag bij haar zijn dat ik dingen van haar ga horen. Hij kuste haar en voelde tot zijn schrik dat ze warm was! En hij zag haar borstkas op en neer gaan! ZE LEEFT, JULIA LEEFT! Dacht hij. Romeo aarzelde even en zei toen zachtjes: 'Julia? Ben je weer wakker? Leef je nog?'
Het duurde even, maar toen weer een kreun. Romeo kon wel juichen en springen, maar hield zich in. Voor Julia, maar ook voor het geval er iemand buiten op het kerkhof was.
Weer vroeg Romeo: 'Julia? Ben je weer wakker?' Na een paar keer diep ademhalen kon Julia fluisterend uitbrengen: 'Ja'.
Na 10 minuten ging het weer wat beter met Julia en was ze weer in staat te praten. Julia vertelde alles over haar probleem met Paris, die met haar wilde trouwen, en de schijndood die broeder Lorenzo om dat probleem op te lossen. Toen vertelde Romeo hoe hij het nieuws gehoord had: niet van de monnik van Lorenzo, maar van Angelica (de verzorgster van Julia). Ook vertelde hij over het flesje gif en over Paris. Romeo liet het flesje gif zien en gooide het kapot op de grond.
Toen ze alles verteld hadden, viel er een stilte. Langzaam kwamen hun lippen dichter bij elkaar, maar toen ze elkaar bijna raakten, verschenen de nachtwacht met de page van Paris in de deuropening. de 2 geliefden schrokken zich dood, maar Romeo versloeg de nachtwacht in een paar slagen met zijn zwaard. De page was meteen toen de twee begonnen te vechten weggerend om iemand te halen, maar toen hij terug zou komen, zou er niemand meer zijn.
Romeo en Julia vluchtten meteen toen de page weg was naar een plaats waar niemand hen zou kennen en waar ze een nieuw en gelukkig leven op zouden kunnen bouwen.

EINDE!!

donderdag 19 september 2013

Verwerkingsopdracht bij blok 2: Het interview.
Interviewer=I
Paul=P

I: Hallo Paul, hoe is het nu met je?
P: Het gaat wel, maar het is nog helemaal niet tot me doorgedrongen wat er allemaal gebeurd is. Dat duurt denk ik nog wel even.
I: Ja, dat kan ik geloven. Hoe vond je het om daar te zitten? Afschuwelijk zeker.
P: Inderdaad, het was verschrikkelijk. Ik geloof dat ik wel een liter vocht ben verloren aan angstzweet.
I: Dat zou ik ook wel gehad hebben, denk ik. Dacht je dat je het zou overleven toen je in die boshut zat?
P: Eerst dacht ik van wel, dat ze me alleen maar vastgebonden had zodat we rustig konden praten. Maar toen ze m'n stoel vastmaakte aan dat stroomkabeltje dacht ik van niet.
I: Logisch, maar even iets anders: Hoe ontmoette je Kim eigenlijk?
P: Je weet vast wel dat ik zanger ben in een band. Na één van onze concerten kwam Kim naar me toe en toen kregen we verkering.
I: Hoe vond je Kim toen jullie nog verkering hadden? Deed ze toen ook al zo raar?
P: Nee, toen deed ze nog niet zo raar. Ik vond alleen dat ze iets te klef deed en ik wilde wat meer ruimte. In plaats daarvan werd ze alleen maar kleffer en ik kon amper meer wat met m'n vrienden doen. Daarom had ik het toen uitgemaakt.
I: Wat vond zij ervan dat het uit was?
P: Volgens mij vond ze het niet echt leuk, ze werd alleen maar vervelender.
I: Wat deed ze dan allemaal?
P: Ze begon me te spammen en ze gedroeg zich als een stalker. Op een gegeven moment ging ze mijn nieuwe vriendin bedreigen en toen hadden we afgesproken in de boshut van Kims ouders. En toen begon de ellende eigenlijk pas.
I: Inderdaad. Hoe vond je haar toen jullie in de boshut waren?
P: Ik vond haar echt een gek, ze noemde me elke keer 'lieverd', maar ondertussen sloeg ze me wel een paar keer.
I: En wat heeft ze je allemaal verteld?
P: Ze vertelde me over Felix, haar vorige vriendje. Ze vertelde me dat hij ook zo leuk was, maar ze liet me wel een foto van hem zien. Eerst dacht ik dat hij sliep, maar Kim zei dat hij daar al 5 minuten dood was.
I: Wat dacht je toen ze die foto liet zien?
P: Ik hoopte dat ik dat niet zou worden en ik denk dat ik dat ik dat beeld nooit meer uit mijn hoofd krijg.
I: Dat lijkt mij ook echt verschrikkelijk om te zien. Wist je eigenlijk dat ze eerder een vriendje gehad had?
P: Nee, maar dat ze eerder een vriendje had, vind ik helemaal niet zo erg. Dat het zo met hem afgelopen is daarentegen wel.
I: Ja, dat snap ik. Wat had je gedaan als je het wel zou weten?
P: Als ik had geweten dat ze een vriendje gehad had, dan had ik niets gedaan. Maar als ik wist dat het zo met hem afgelopen was, dan had ik nooit verkering met haar gehad of dan had ik het meteen uitgemaakt.
I: En wat vertelde ze je nog meer?
P: Ze vertelde me dat ze gek was en toch ook weer niet. Ze had in ieder geval een heel rare argumentatie: 'Ik ben gek en omdat ik dat toegeef, ben ik niet gek'.
I: Dat is echt raar. Wat vind jij dat er met haar gedaan moet worden?
P: Ik vind dat ze haar levenslang op moeten sluiten, zo'n gek mag gewoon niet los rondlopen. En dit keer moet er geen rare rechter zijn die in die rare argumentatie gelooft.
I: Inderdaad. En als allerlaatste: Wat ga jij nu doen?
P: Ik ga, denk ik, eerst naar zo'n traumacentrum en daarna zo veel mogelijk verder met mijn leven en met de band. En voortaan check ik eerst even met wie ik verkering krijg.
I: Slim. En veel succes verder, tot ziens.
P: Bedankt en tot ziens.

donderdag 5 september 2013

klas 3, verwerkingsopdracht blok 1 paragraaf 1

Verwerkingsopdracht 7: het lied

Er was eens een held met de naam Folkrad,
hij was een held die pijl en boog had.
Hij woonde in een dorp waar zijn vader stamhoofd was,
er was dus genoeg geld in de kas.
Toch streefde hij naar een heldhaftige daad,
een grote daad tegen het kwaad.
Op een dag liep Folkrad door het bos
en hij hoorde een meisje roepen: "Laat me los!"
Ook hoorde hij een stem in het Latijn
en hij dacht: Er wordt een meisje aangevallen door een Romein.
Hij volgde het geluid en ging er meteen op af
en gaf de twee Romeinen de verdiende straf.
Hij schoot ze allebei met pijl en boog dood,
zo redde hij het meisje Branthild uit de nood.
En die Romeinen, waar zouden ze die laten?
Want die hadden nu het leven verlaten.
In het bos misschien of in het moeras?
Ja, het moeras, ze dachten dat dat wel een goede plaats was.
In het bos zouden ze te veel gaan stinken,
maar in het moeras zouden de paarden met Romeinen verdrinken.
Dus jaagden Folkrad en Branthild de paarden met Romeinen in het veen,
waar elk van hen snel verdween.
Zo gaat het verhaal van Folkrad,
de held die pijl en boog had.