dinsdag 28 oktober 2014

Verwerkingsopdracht 4 Cursus 1 Laagland

Opdracht: In de zonnewijzer wordt een toespeling gemaakt naar het werk van de kunstenaar Escher.   Zoek een werk van Escher dat jij het beste vindt passen bij de tekst van cursus 1. Licht toe waarom je juist dit werk hebt gekozen.


M.C. Escher - Eye

Het fragment gaat over Leonie die in het huis van haar overleden vriendin Roos is en telefoon krijgt van een man die Roos wil spreken. De man, Freek, wil niet geloven dat Roos dood is en al helemaal niet door een zonnesteek.

Ik vind dit werk van Escher goed bij de zonnewijzer passen omdat Freek geconfronteerd wordt met de dood van Roos en het even duurt voor hij dat onder ogen ziet.
In het werk van Escher zie je ook een weerspiegeling van een doodskop in het oog, dat staat voor de dood.

dinsdag 7 oktober 2014

Een Vlucht Regenwulpen: gedicht

Maarten was zijn naam
En met weefselkweek behaalde hij zijn faam
Ondanks woonde hij nog steeds alleen
Omdat dat hem het beste scheen

Op school werd hij gepest
Omdat hij slimmer was dan de rest
In de klas zat hij altijd alleen
Want de kinderen deden erg gemeen

Ook was hij berensterk
En mepte hij een pastoor van de kerk
Dit kwam hem niet ten goede
Daarna was hij iets meer op zijn hoede

Martha was zijn droomvrouw
Maar hij wist niet of hij het zelf wou
Hij werd er niet goed van
Want hij had geen plan

Hij dacht dat zijn einde kwam
En hij schrok zich lam
Hij kreeg de dwanggedachte niet weg

En werd achtervolgd door pech

© Timo Hobo & Randall Hak

zondag 21 september 2014

Leesautobiografie

Deze leesautobiografie is een soort samenvatting van wat mij is voorgelezen en wat ik heb gelezen vanaf mijn geboorte tot nu in de vierde klas van het Gymnasium. ook kijk ik alvast vooruit tot klas 6.

Toen ik nog heel klein was werd ik altijd voorgelezen uit boekjes over kaboutertjes en boerderijdieren (een koe doet boe, een kip doet tok, enz.). Die boekjes kende ik zo goed dat als mijn ouders één woordje veranderde, dat ik dat meteen wist en dat ze het goed moesten zeggen. Toen deze boekjes gingen vervelen, werden de boeken van Pinkeltje mijn nieuwe favoriete boeken. Pinkeltje is een serie boeken over een kabouter die met dieren kan praten en heel veel spannende avonturen beleeft. de allereerste boeken die ik zelf al las (met hulp van mijn ouders) voor ik naar groep 3 ging waren ook boeken van Pinkeltje.

Het liedje dat ik als eerste mee kon zingen en dat ik ook heel vaak geluisterd heb, is Helicopter.
Tekst:
  Helicopter, helicopter,
  mag ik met jou mee om hoog?

  Hoog in de wolken wil ik wezen,
  hoog in de wolken wil ik zijn.

  Helicopter, helicopter,
  vliegen is zo fijn!

Twee boeken waarvan ik nog goed weet dat ze voorgelezen werden op de basisschool zijn 'Torak en Wolf' en 'De Grijze Jager'. Dit zijn de enige boeken waarvan ik nog weet dat ze werden voorgelezen, omdat ik ze heel interessant en spannend vond en ik zelf de rest van de series gelezen heb in mijn vrije tijd.

In de onderbouw las ik, naast de boeken die voor school moesten, de rest van de Grijze Jager serie. Omdat ik steeds minder las door al het huiswerk en het een serie van 11 boeken was, ben ik daar de eerste twee jaar van de middelbare school zoet mee geweest. Ook heb ik alle delen van de Hongerspelen gelezen en deze zomer heb ik Divergent (de Inwijding) deel 2 en 3 gelezen.

Het boek dat ik niet zo leuk vond was Het Gym, omdat het over een meisje gaat dat naar een nieuwe school gaat. Dat soort boeken waar niets in gebeurt en die herkenbaar zouden moeten zijn spreken mij totaal niet aan.

Mijn leessmaak is niet heel erg veranderd, denk ik. Ik vind spannende boeken nog steeds leuk om te lezen, alleen zijn de boeken nu van een hoger niveau, ze zijn iets moeilijker geschreven. En nu gaan de verhalen niet meer over een kabouter die avonturen beleeft, maar over mensen.

Op dit moment lees ik geen boek, alleen het boekje dat we voor Nederlands moeten lezen; Een Vlucht Regenwulpen.

Spannende boeken trekken mij echt aan, omdat het lekker vlot leest en dat soort boeken mij echt interesseren. Ik hoop dan ook dit soort boeken te lezen in de bovenbouw, die ik ook voor de lol zou lezen.

Ik denk dat ik een lezer van niveau 3 ben, ik kan me wel vinden in de kenmerken van niveau 3 en sommige niveau 3 boeken lijken mij wel interessant.

Ik denk dat mijn houding tegenover de lijst best goed is, omdat ik graag lees. Maar ik denk dat de boeken voor de lijst moeilijker worden dan ik tot nu toe gelezen heb en dat is wel iets waar ik minder blij mee ben. Ik hoop dat dit meevalt en dat ik de boeken voor de lijst met plezier lees.

maandag 16 juni 2014

Inwijding - Opdracht 3


A- De 5 facties zijn:
- Onverschrokkenheid
- Oprechtheid
- Zelfverloochening
- Eruditie
- Vriendschap


B- Onverschrokkenheid: Onverschrokkenen zijn  nergens bang voor, ze springen bijvoorbeeld op en van een rijdende trein. Om Onverschrokkene te worden, worden er drie typen testen gedaan: fysieke, mentale en emotionele testen. Bij de fysieke testen wordt je geleerd hoe je een wapen moet gebruiken en hoe je moet vechten. Je kunt punten verdienen door iemand knock-out te slaan in de ring. Bij de mentale en emotionele testen moet je simulaties doorstaan. Hoe beter je de simulaties doorstaat, hoe meer punten je krijgt. De tien mensen die aan het einde van de tests bovenaan staan, worden lid van de factie, de rest wordt factieloos. De taken van de factie zijn de veiligheid van de stad waarborgen en patrouilleren. Eén van de factieleiders heet Eric.


Oprechtheid: Leden van Oprechtheid mogen niet liegen. Ze hebben dan ook veel banen in de rechtspraak. Als laatste test voor je Oprecht wordt, wordt er bij je een waarheidsserum ingespoten en dat je dan alle vragen die gesteld worden moet beantwoorden.


Zelfverloochening: Zelfverloochenaars cijferen zichzelf helemaal weg, ze zijn op de wereld om anderen te helpen. Ze doen dan ook veel vrijwilligerswerk. Ook de leiders van de stad zijn Zelfverloochenaars. Omdat zij niet aan hun eigen macht denken, kunnen ze de stad zo goed mogelijk besturen. Zelfverloochenaars zorgen ook veel voor de Factielozen (de mensen die uit hun factie gezet zijn en daardoor geen of slecht werk hebben). Ze hebben speciale regels voor wat je als Zelfverloochenaar wel en niet mag doen en wel en niet mag hebben.


Eruditie: Bij de Erudieten gaat het vooral om de kennis, het zijn echte slimmeriken die altijd kennis willen vergaren. De meeste Erudieten zijn dan ook wetenschappers, onderzoekers, dokters, etc., maar ook journalisten. Eén van de factieleiders heet Jeanine, zij is journaliste en ze wil dat de Zelfverloochenaars geen leiders van de stad meer zijn, want je kan de stad het beste besturen met kennis, volgens haar.


Vriendschap: Bij Vriendschap gaat het vooral om liefde en respect voor de medemens. Eén van de beroepen van Vriendschap is boer. De leden van Vriendschap zijn altijd vrolijk en aardig.


C- De belangrijkste personen in dit boek horen/hoorden bij Onverschrokkenheid, Zelfverloochening en Eruditie.
Onverschrokkenheid: De hoofdpersoon Tris (Beatrice) hoort bij Onverschrokkenheid, ook haar vriendje en vroegere instructeur Tobias hoort daarbij.
Zelfverloochening: Tris' vader en moeder horen bij Zelfverloochening en Tris en haar broer Caleb eerst ook.
Eruditie: Tris' broer Caleb is overgestapt naar Eruditie, maar dat is niet relevant voor het verhaal. Jeanine hoort ook bij Eruditie, zij is een belangrijke persoon voor het verhaal, omdat zij ervoor zorgt dat de Onverschrokkenen de Zelfverloochenaars gaan vermoorden (zodat zij meer macht krijgt).


D- Beatrice hoorde eerst bij Zelfverloochening en is overgestapt naar Onverschrokkenheid. Het probleem is dat ze 'Afwijkend' is. Dat wil zeggen dat ze geschikt is voor drie facties, ook al kan je er maar één kiezen. Beatrice was geschikt voor Onverschrokkenheid, Eruditie en Zelfverloochening, maar ze heeft gekozen voor Onverschrokkenheid. Een ander probleem als je Afwijkend bent, is dat je weet dat het een simulatie is, als je in een simulatie zit. Dit is blijkbaar heel gevaarlijk, want als men erachter komt dat je Afwijkend bent, word je vermoord.

donderdag 20 maart 2014

Verwerkingsopdracht bij blok 6 (opdracht 7)




Foto 1:






Een zeekoe, omdat Jenny (de dode vrouw) waarschijnlijk in de pot met zeekoeien in het laboratorium hing.


Foto 2:





Een laboratorium, omdat Jenny daar voor het laatst gezien is en daar waarschijnlijk ook vermoord is. Ook speelt bijna het hele fragment zich daar af of gaan de gesprekken erover.


Foto 3:





Alcohol, omdat de zeekoeien (waarschijnlijk met Jenny) in een pot met alcohol hingen.


Foto 4:




Ratten, omdat ze een hongerproef deden met ratten in het laboratorium. Eerst dacht de politie dat al die hongerige ratten Jenny opgegeten hadden. Later werd duidelijk dat ze waarschijnlijk in een pot alcohol bij de zeekoeien hing.




Foto 5:





Een 16 mm-projector, omdat Leonie daar de film die Thomas gemaakt had mee af kon spelen. Daardoor kwam ze op het spoor dat Jenny in de pot bij de zeekoeien kon hangen.

zondag 2 maart 2014

Opdracht Moordvrienden (opdracht 2)

De rechter: Een rechter is iemand die rechtspreekt. In een zaak doet de rechter een uitspraak waar alle partijen zich aan moeten houden. Daarvoor moet der rechter eerst de zaak goed onderzoeken. De rechter bepaalt ook wat voor straf de dader krijgt en hoe groot die straf is.
De rechter zie over Milo dat hij onschuldig was, maar wel onder behandeling moest bij een psychiater.
 De advocaat: Een advocaat vertegenwoordigt cliënten in rechtszaken en andere rechtelijke vervolgingen en stelt wettelijke documenten op voor de rechter. Ook regelt een advocaat wettelijke handelingen en adviseert cliënten daarbij.
De advocaat zei dat Milo onschuldig was en dat hij gedwongen werd door Finn.

De getuige: Een getuige is iemand die het misdrijf gezien en/of meegemaakt heeft. Een of meer getuigen kunnen de rechter ervan overtuigen dat de dader(s) schuldig is/zijn. De officier van justitie kan getuigen voor de zitting roepen. De verdachte kan dat ook. Getuigen kunnen ook voor de rechtszaak worden gehoord door de rechter. Als een getuige is opgeroepen, moet hij/zij verschijnen en antwoord geven op de vragen die gesteld worden.
De getuige (Cindy) zei dat Milo een meeloper was en dat Finn de leider was.
 
De officier van justitie: Een officier van justitie is een vertegenwoordiger van het openbaar ministerie. De belangrijkste rollen van de officier van justitie zijn:
-het gezag voeren over onderzoeken van de politie
-optreden als aanklager in de rechtszaak
-tijdens de rechtszaak een bepaalde straf eisen. De rechter moet bepalen of die eis wordt ingewilligd.
De officier van justitie was degene die de straf eiste tegen Milo. De rechter zei echter dat Milo onschuldig was.

Ik vind het een goed idee dat familieleden van slachtoffers ook wat mogen zeggen in de rechtszaak, want dan wordt er ook eens vanaf een ander perspectief naar de zaak gekeken.

Milo's moeder als getuige: 'Natuurlijk is mijn zoon onschuldig. Hij is nooit agressief geweest, totdat Finn in zijn leven kwam. Hij werd wel al vanaf de brugklas gepest, maar hij zou nooit de mensen die hem pestten terugpakken. Hij zou ook nooit een klein kindje meelokken, hij houdt van kleine kindjes.'

Cindy als getuige (zij is slachtoffer omdat haar vriendje (Jeffrey) dood is): 'Milo was niet de dader maar Finn. Milo liep achter Finn aan door de school. Hij keek mij wel aan, maar kwam niet naar me toe om me dood te schieten. Finn was de dader en Milo was de meeloper.' 

zondag 2 februari 2014

Verwerkingsopdracht blok 5 (opdracht 7)

J= journalist
M= moeder van Sven

J: Goedemiddag mevrouw, is het goed als ik u Franka noem?
M: Ja hoor, dat is goed.
J: Oké Franka, om te beginnen, hoe gaat het met u?
M: Het gaat wel goed, geloof ik. Ik kan nog niet helemaal geloven dat Sven er niet meer is, maar dat snapt u hopelijk wel.
J: Ja, natuurlijk kan ik dat begrijpen. Volgens mij kan iedereen dat wel begrijpen. Het moet vast ook vreselijk zijn voor uw man. Hoe gaat het met hem nu?
M: Met hem gaat het ongeveer hetzelfde als met mij. Hij moet maandag voor het eerst weer werken, maar ik weet niet of hij dat wel aankan. Hij zegt van wel, maar dan moet hij eerst wat meer slapen. Ook al gaat dat moeilijk.
J: Waarom gaat dat zo moeilijk dan?
M: Hij heeft het er heel moeilijk mee. Als hij in bed ligt, ligt hij soms eerst twee uur te draaien en te denken. De ene keer geeft hij zichzelf de schuld, dan weer Femke, dan weer de dader. Ik heb hem al twee keer naar de bank gestuurd. En als hij dan eenmaal slaapt schrikt hij bijna meteen weer wakker omdat hij droomt over Sven. Hij heeft het er echt heel moeilijk mee.
J: Gaat dat bij u wel beter?
M: Ja hoor, ik droom ook wel over Sven, maar dan op de goede manier. Ik zie hem voor me als gezonde jongen en niet met gaten in zijn hoofd.
J: Gelukkig! U had het net over Femke, dat was toch het meisje met wie hij naar de disco ging? Of heb ik dat fout?
M: Dat heeft u goed. Dat was inderdaad het meisje met wie hij die avond uit was.
J: Wat vond u van haar?
M: Wij vonden haar hartstikke aardig en we waren heel blij dat Sven eindelijk een meisje gevonden had met wie hij naar de disco wilde.
J: En u zei ook dat uw man haar soms de schuld van de moord gaf, waarom zou hij haar de schuld geven?
M: Omdat zij dat zelf ook zei.
J: Wat zei zij dan?
M: Toen ze drie dagen later bij mij thuis kwam, zei ze: "We waren gewoon aan het dansen. En toen, ik weet niet waarom, echt niet, toen draaide ik, en daardoor kwam Sven ineens op mijn plaats terecht. En op dat moment zag hij dus die jongen met het pistool. Als we niet waren omgedraaid, dan had ik die gast gezien. En dan was ik het geweest die het tegen die gast gezegd had en dan zou Sven er nu nog zijn."
J: Dat is echt belachelijk dat ze zoiets zegt. Natuurlijk draai je wel eens als je aan het dansen bent.
M: Dat zei ik dus ook.
J: Wat vindt u trouwens van de gevangenisstraf van de dader?
M: Ik vind het meer als genoeg. Voor een kind duurt vier tot zes jaar toch een eeuwigheid. Phinus, mijn man vindt het alleen veel te kort. Hij wil dat die jongen levenslang krijgt, maar dat vind ik veel te overdreven.
J: En tot slot, wat vindt u van wat de dader zei tijdens het verhoor?
M: De grootste onzin die ik ooit gehoord heb. Je gaat toch niet iemand vermoorden omdat je niet tegen je verlies kan! In dat opzicht heeft die jongen echt nog hulp nodig.
J: Oké, dank u Franka voor dit interview en veel succes met de verwerking van alles wat voorgevallen is.
M: Dank u wel.